Omdat we in La Paz maar niet volledig wilden herstellen, besloten we wat eerder de hoogten te verlaten en ons richting prettiger niveaus te begeven. Hetgeen we echter absoluut niet wilden missen in Bolivia, waren de zoutvlakten van Uyuni. Uyuni is een weinig om het lijf hebbend woestijnstadje in het zuiden van Bolivia. Nog steeds vrij hoog (en dus koud), maar vooral erg stoffig. Men leeft er van de mineraalmijnen en het toerisme. Het toerisme bestaat met name uit 2 tot 5 daagse trekkingen met 4 wheel drive wagens. Deze beginnen bij de zoutvlakte en maken dan een schitterende ronde waarbij diverse landschappen de revue passeren. Een alternatief ten opzichte van dit rondje is afscheid nemen aan de Chileense grens op dag 3. Dat is dan ook wat wij gedaan hebben. Een minder belangrijke, maar zeker zo indrukwekkende oorzaak van het toerisme in Uyuni is het treinkerkhof. Zo'n vier kilometer buiten het dorp begint een aantal spoorlijnen dat volledig is volgestouwd met oude treinstellen en locomotieven. Ook naast de rails is een hoop, sommige wel 100 jaar oude, wagens gedropt. Er hing een erg vreemd, beetje spookachtig sfeertje op het kerkhof; goed voor meer dan een volgeschoten diarolletje. Vooral de enscenering is erg bijzonder: de helft van het uitzicht is weids, zo weids zelf dat de spoorlijnen verdwijnen in de door luchtspiegelingen vervormde horizon. De andere helft van het uitzicht behelst de uitlopers van de Boliviaanse Andes. Steek daar een stevig woestijnwindje bij op, een heftig zonnetje en een ijzige koude zodra de zon zich maar even niet laat zien en je surrealistisch plaatje is compleet. Een ander vreemd iets aan Uyuni is de elektriciteitsvoorziening. Je kunt daar zonder in een uitzonderlijke situatie terecht te zijn gekomen, zomaar 24 uur zonder stroom komen te zitten. En natuurlijk is dit ons dan ook overkomen!
We wisten dat de tocht afzien zou worden. Als gevolg hiervan gingen we goed voorbereid op pad: een goede warme douche, scheren (Bas dan) en de juiste proviand inkopen in La Paz. De juiste proviand werd onder andere zowaar een zakje katjesdrop! En die zijn echt heel erg lekker als je een half jaar geen drop hebt mogen proeven. Mmm! Het was eigenlijk puur toeval; we waren in La Paz in een buitenlanderswijk beland om een beurs voor Engelstalige boeken te bezoeken. Deze vond plaats op een school voor importkids (vandaar de Engelse boeken). Op de terugweg liepen we de supermarkt in waar het stikte van de Amerikaanse en Europese producten. En ja hoor, ook de Duitse dropfabrikant was goed vertegenwoordigd!
Ook de overige voorbereidingen (douchen enzo) bleken erg verstandig te zijn geweest. Geen electriciteit betekent vaak geen warm waten; Uyuni viel dus ook al af als doucheplek. De eerste dag van de trip was echt helemaal toppie toppie! (en dat terwijl we pas net begonnen waren). De zoutvlakte was echt heel indrukwekkend. Het leek wel een groot bevroren meer waar een dun laagje ijs of sneeuw op lag. Je gaat dan ook erg voorzichtig lopen. Dat bleek niet geheel onverstandig aangezien op sommige plekken (de 'ojos del sal' -ogen in het zout) gaten waren ontstaan. Uit deze gaten kwamen gassen omhoog die allerlei geborrel veroorzaakten, een soort heksenkookpot (diverse kleuren die vervaarlijk borrelden). Onder de vlakte bleek een rivier te lopen die dit geborrel en deze gassen veroorzaakte. We hebben ook nog het gebied bezocht waar het zout gewonnen en verwerkt wordt. Alle zout wordt hier bijeengeschraapt en in piramide- en kegelachtige vormen opgehoopt. Zo kan het zout drogen voordat het verder verwerkt wordt. Het gevolg is een schitterend landschap vol met kleine witte heuveltjes. Een stuk verderop lag een aantal eilanden verspreid over de vlakte. Het mooie is dat als je zo'n eiland tegemoet rijdt, het lijkt te zweven boven de zoutvlakte. Dit uiteraard weer vanwege de luchtspiegelingen. Eenmaal aangekomen op dit 'eiland', heb je echt het gevoel dat je op een eiland staat. Het is een soort heuvel die helemaal voltbegroeid is met diverse vegetatie. Vooral obeliskvormige cactussen zijn goed vertegenwoordigd. Terwijl onze kokkin het gasstel tevoorschijn toverde en een heerlijke lunch in elkaar zette, hebben wij het eiland verkend. Gelukkig was er een tafeltje in de schaduw neergezet, want het zout heeft in combinatie met de zon een heftig wintersporteffect tot gevolg. Tot slot hebben we op de zoutvlakte nog twee zouthotels bekeken. Deze hotels zijn helemaal gemaakt van zou -goh- (van binnen en van buiten), maar worden op dit moment helaas niet gebruikt. De reden hiervan is dat de eigenaars geen goede oplossing hebben voor afval en afvoer. Ze kunnen het nergens lozen zonder het zout te vervuilen en dus moesten ze hun deuren sluiten.
Na 's middags nog een paar uur over de zoutvlakte en andere heftige landschappen te hebben gereden, kwamen we aan in het dorp waar we zouden overnachten. Volgens mij kende het dorp meer lamabewoners dan dat er mensen woonden, maar het belangrijkste voor de nacht, een bed, was in elk geval beschikbaar. De volgende dag vroeg op om een hele hoop kilometers te maken, veel wind en kou te gaan ervaren en wederom de meest schitterende landschappen te bewonderen. Arbol de piedra (boom van steen), een formatie van rots en gesteente die van afstand inderdaad de vorm van een boom heeft. Je kunt je bijna niet voorstellen dat zoiets door weer en wind is voorstellen. De fotoos spreken voor zich. Daarnaast een nog wat kleinere zoutvlakte dan de dag ervoor gezien en een hoop mooie meren met zout, ijs en diverse typen flamingo's. Behalve de schoonheid van de omgeving was ook het weer heel bijzonder (lees 'afzien'): lage temperaturen (4 graden) en echt keiharde wind. Ook het overnachten was dus niet echt comfortabel. Gelukkig konden we om 5 uur er alweer uit om de geisers te gaan bekijken en een duik (!) in de warme bronnen te nemen. In eerste instantie dacht ik dat de toeristen die hun kleren hadden uitgetrokken en in de warme baden lagen, volledig geschift moesten zijn. Dit totdat ik Bas hetzelfde zag doen. Nu weet ik dat Bas niet volledig standaard is, maar echt gek is toch wat anders. Wat anders kon ik doen dan hem volgen (?!) Nadat ik mijn hoofd onder water had gehad en weer boven kwam, was mijn haar binnen een paar minuten bevroren. En ja, het was afzien het water uit te stappen, me af te drogen en weer aan te kleden, maar wat had ik het lekker warm daarna. Zelfs mijn voeten waren helemaal lekker op kamertemperatuur (met open haard). Na dit opwarmertje hebben we wederom wat mooie meren en landschappen mogen bewonderen, onder andere de Dali-woestijn: een surrealistische vlakte gevuld met gesteente en rotsen die Dali-achtige vormen hebben aangenomen. Het toertje begon een beetje te lijken op mooi, mooier, mooist en nog mooier en als dit al mogelijk is, nog mooier en nog indrukwekkender. Ja, we waren weer een beetje verwend en als gevolg hiervan onverschillig geworden voor al dat moois dat de revue passeerde. Uitstekende timing dus om afscheid te nemen van de jeep en de grens over te steken naar Chili.