| ![](/imagelib/sitebuilder/layout/spacer.gif) |
Waarin Suus en Bas besluiten de Incacultuur volledig te negeren . . .
|
![](/imagelib/sitebuilder/layout/spacer.gif) |
Nadat we zondag afscheid hadden genomen van Fran en Hanna, werd het toch echt tijd dat we zouden besluiten wat te doen. Of eigenlijk waarheen, want dat het tijd werd om verder te reizen, dat wisten we al. Cusco: wel/ niet/ wel/ niet. We hadden inmiddels diverse input verzameld en het kwam erop neer dat Machu Picchu echt wel heel indrukwekkend is, maar ook supertoeristisch. Je loopt de Inca-trail met zo'n 350-500 anderen per dag. En dan vier dagen lopen met vrij grote regenkans en niet volledig waterdichte tenten... Niet echt heel aantrekkelijk dus. Daarnaast vonden we het ook wel erg stoer om in Peru te zijn geweest en Cuscu voor Cusco te laten. Uiteraard, nog leuker is om wel naar Cusco te gaan, maar niet naar Machu Picchu. Daar vonden we de investering echter iets te pittig voor (2*13 uur in de bus in plaats van 1* 5 uur in de bus). Op naar Puno, Lago Titicaca en Bolivia dus!
Het mailtje van Fran en Hanna (die ondertussen wel in Cusco zaten) de volgende dag bevestigde de juistheid van onze beslissing. Cusco was volgens hen een voor en vooral door Europeanen en Amerikanen opgezet vakantiedorp. Horeca en souvenirs dus. Ze zijn de daaropvolgende dag gevlucht naar Lima; geen Machu Picchu dus (maar wel stoer dus).
Puno was erg koud en we moesten er helaas iets langer blijven dan we wilden: staking. Niet alleen van de bussen, maar een algehele staking; boeren op straat, baricades, et cetera. Gedurende de demonstratie werden er leuzen geroepen als: de honger is van iedereen! Eer je vaderland, verkoop het niet!
Het enige dat we in Puno gedaan hebben, is een boottocht over het Titicacameer met als bestemming de floating islands. Deze eilanden worden bewoond door de Uros-indianen. Het leven van de Uros' staat volledig in het teken van riet. Alle gebruiksvoorwerpen zijn gemaakt van riet, maar ook de eilanden zelf, de hutjes die ze erop gebouwd hebben en (voorheen) de bootjes zijn van riet. De eilanden zelf rotten langzaam weg zodat er regelmatig nieuwe lagen riet op moeten worden aangebracht. Het was wel grappig om te zien hoe deze mensen leven, hoewel dat zeker niet meer zoals vroeger is. Tegenwoordig staat alles in het teken van het toerisme. Op elk eiland word je dan ook doodgegooid met souvenirs. Ondanks dat is het best bijzonder: leven op een eilandje in een meer op 3800 meter hoogte, uiteraard zonder isolatie of verwarming en grotendeels zelfvoorzienend (wederom visserij). Zolang de zon schijnt is het er best prettig vertoeven, maar als het regent of bewolkt is, is het er gewoon te koud. Zodra de stakingen voorbij waren, zijn we dan ook verder gegaan: de grens over richting Bolivia.
Copacabana is een aardig (toeristisch) grensplaatsje dat ook weer aan het Titicacameer ligt. De bedoeling was dat we hier een tweedaagse wandeling zouden maken op een Inca eiland vol met ruines. We hebben het echter overgeslagen omdat het regende en we ons ook niet zo goed voelden. Meteen verder naar La Paz dan maar. En daarmee hebben we in Zuid-Amerika dus helemaal niets van de Incacultuur gezien, alleen maar pre-Incastuff.
Drijvende rieteilandjes in het Titicacameer
|
![Puna_SuusOpRiet.jpg](https://suusenbasopreis.tripod.com/sitebuildercontent/sitebuilderpictures/puna_suusopriet.jpg)
|
|
![](/imagelib/sitebuilder/layout/spacer.gif) |
|
![](/imagelib/sitebuilder/layout/spacer.gif) |
|
![](/imagelib/sitebuilder/layout/spacer.gif) |
|
|
Puno (Peru): 15-04-2002 tot 18-04-2002
Copacabana (Bolivia): 18-04-2002 tot 19-04-2002
|
|
| ![](/imagelib/sitebuilder/layout/spacer.gif) |