Het bijkomen in het baaitje van Isla Plata lukte helaas niet zo goed als we gehoopt hadden. Er bestond daar een enorme swell (deining) waardoor we alleen maar moeer werden en wederom slecht sliepen. Daarnaast voelde ik me niet echt veilig omdat er naast ons ook nog allerlei kleine vissersboten met ongure mannetjes geankerd waren. Een aantal was al even langsgekomen om polshoogte te nemen en te kijken wat dit nou weer voor raar geval was en een paar had daar het lef (nog) niet voor gehad. Over lef gesproken; dat hebben ze wel. Als ze bij je langs varen, vragen ze zonder blikken of blozen om wat te drinken. Als we vervolgens een paar blikjes die kant op hebben geworpen, gaat het om brood en een van de bootjes vroeg zelfs meteen om eten omdat ze pas de volgende dag weer richting het vaste land zouden kunnen gaan. Kennelijk hebben ze genoeg ervaring met Amerikaanse motorjachten, want uiteraard werden ze van diverse zaken voorzien. De onveilegeit: er is hier een alarm aan boord, maar daar kan iemand zich natuurlijk niets van aantrekken. De eerste avond hebben we wat strategieen doorgesproken; wat te doen als je boven komt en er staat een indringer voor je neus, maar echt serieus was dit niet. Ik was dan ook vrij verbaasd toen we 's ochtends boven kwamen en Chuck ons meldde dat hij wel degelijk een indringer had overmeesterd! Hij was om een uur of drie op om het anker te checken toen hij plotseling geluid hoorde aan de zijkant van het jacht. Hij wist de indringer naar de steven te jagen alwaar hij een handdoek over zijn hoofd wierp en hem overboord gooide! In eerste instantie was ik geconcentreerd gekluisterd, maar op een gegeven moment begon het ongeloof het toch te winnen. Het bleek om een bluefooted boobie te gaan; een vrij grote vogel met erg blauwe voetjes die zo dom was geweest om zich aan de zijkant van het jacht klem te lopen . . .
De volgende dag wilden we een wandeling op het eiland gaan maken en de uitzonderlijke flora en fauna gaan bekijken. Helaas werden we aan het begin van het pad al opgehouden door een van de twee guards die het eiland rijk is. We moesten toch echt een permit hebben om een wandeling te mogen maken (nationaal park) en dit permit was helaas alleen verkrijgbaar in een dorpje ergens aan de kust. Jammer, jammer. We hebben nog geprobeerd geen Spaans te spreken om zo wellicht toch toegelaten te worden, maar helaas. Het was trouwens verdomd moeilijk om dat te doen, want als je een complete zin maakt en vergeet je uitspraak bij te stellen, val je al direct door de mand. Een kort bezoek aan de Poor Man's Galapagos dus. Wie weet zit er nog een bezoek aan de echte Galapagos in.
Woensdag 20 werd het tijd om deze rocky ligplaats in te ruilen voor iets veiligers en rustigers: onze eindbestemming Salinas. We hadden een plek in de dock gereserveerd, dus dit zou geen probleem moeten zijn. En inderdaad, we konden daar terecht. Met wat hulp van de lokale medewerkers werden we het dock ingeloodst. Chuck en Jeanette besloten een wandelingetje te gaan maken om wat zeebenen kwijt te raken. Ze waren nog maar net terug, toen we buiten wat gekraak hoorden. De bakboordsteiger waar we aan vastgemaakt waren, was losgebroken en bungelde nu min of meer aan La Vagabunda (ons jacht). Kennelijk waren we voldoende op elkaar ingespeeld, want we wisten snel en zonder schade de lijnen los te maken en ons af te houden van het jacht aan stuurboord en onze achtersteiger. De tijdelijke oplossing was om buiten de haven de ankeren waar het wederom vrij rocky en onrustig was! Weer geen nachtje waar ik me op verheugd had. Gelukkig heeft vanacht alles goed gemaakt. We lagen tijdelijk aan een boei in de haven om vandaag opgetild te worden en op het droge te worden gelegd. Zo is het net wat makkelijker repareren en reviseren de komende tijd. De rest van de tijd in La Libertad zijn we bezig geweest met bezoek aan la capitaria (port captain), migracion, boot schoonmaken, foto's ontwikkelen, internet, etcetera. Klaar voor ons reisje door het volgende continent!