Gracias 09-01-2002

Home

Route Panama
Bahia Pina 09-03-2002
Islas de las Perlas 21-02-2002
San Blas eilanden 24-02-2002
Panamakanaal 24-02-2002
Bocas del Toro 24-02-2002
Boquete 07-03-2002
Route Costa Rica
Montezuma 24-02-2002
Tortuguero 24-02-2002
La Fortuna 24-02-2002
Route Nicaragua
Ometepe 15-01-2002
Granada 24-02-2002
Leon 15-01-2002
Route Honduras
Tegus 09-01-2002
Gracias 09-01-2002
Copan 11-12-2001
Omoa 7-12-2001
Route Guatemala
Livingston 6-12-2001
Rio Dulce 27-11-2001
Guate-Ciudad 23-11-01
Monterrico 18-11-2001
Antigua 7-11-2001
Contact
Suus en Bas op reis

Waarin Suzanne en Bas verleid worden tot de gedachte heuse getrainde (berg) wandelaars te zijn . . .

Gracias is een klein aantrekkelijk bergstadje met zo'n 25.000 inwoners. Ook dit stadje doet weer Spaans aan vanwege de koloniale kerken en gebouwen en natuurlijk de 'cobblestone streets'. Regentijd betekent laagseizoen en dus is het hier vrijwel uitgestorven. Het enige restaurant dat open is op alle tijden dat het pretendeert open te zijn, wordt gerund door een -3 x raden, jawel- Nederlandse (een Friezin om precies te zijn). Hier nuttigen wij dan ook maar fijn ons ontbijt en maken weer eens een praatje in het Nederlands. De highlights van Gracias (volgens LP) zijn een bezoek aan de Aguas Termales en een bezoek aan het nationaal park 'Montana de Celaque'. We besluiten te beginnen met een lekkere duik in de Aguas Termales. Dit complex bevat een 6-tal baden van verschillende temperatuur (varierend van ongeveer 30 tot 40 graden Celsius.). De inrichting is volgens een terras-structuur waarbij de bovenste bron het warmste water bevat en het water steeds verder naar beneden stroomt om te eindigen in een groot (ook nog vrij warm) zwembad waar je lekker baantjes kunt trekken. De baden worden omgeven door talrijke bomen die het complex van schaduw voorzien. Om bij de Aguas Termales te komen moeten we eerst een wandeling maken van zo'n 6 kilometer. Gelukkig is de omgeving van Gracias erg mooi en loopt het wandelpad door de nauwelijks bewoonde wereld.

De volgende dag richting 'Montana de Celaque'. Dit is een schitterend park waarvan de belangrijkste ingang 7 kilometer van het stadje Gracias afligt. Om hier te komen moeten we dus eerst zo'n 2 en een half uur klimmen! We hadden beneden reeds besloten dat het nogal optimistisch zou zijn om direct daarna een lange wandeling in het park te maken en aldus besloten om bij het eerste hutje te overnachten. Gelukkig verhuurt de Friezin slaapzakken want het is op deze hoogte al vrij koud. Om een uur of drie kwamen we aan bij de eerste hut. Dit is het hoogste punt dat nog 'enigszins' bewoond is. Enigszins omdat er precies 3 personen wonen (een moeder met 2 volwassen zoons). La madre kookt voor de bezoekers, de zoons fungeren als gids voor de bezoekers die daar prijs op stellen. Omdat er geen stroom is, is het een spannende gebeurtenis om rond 6 uur samen met een Zweeds stel de wandeling naar het hutje van mama te maken. Het eten is heerlijk, ondanks dat het supersimpel is en vrijwel zeker 3 keer per dag en 7 keer per week hetzelfde: roerei (met een soort knolgewas erdoor), rijst (met koriander en wat andere kruiden die daar groeien), superverse mastortilla's en uiteraard bonen. Daar drink je dan een limoen- of maracuyasapje bij (gemengd met koel water uit de bergen!) terwijl je je realiseert dat alle grondstoffen van je maaltje uit de directe omgeving komen en door mama zelf verbouwd worden. Hoe romantisch! Ook de wandeling terug is weer een leuk avontuur: met 1 zaklamp en een aantal stukjes hars die hier gebrand worden als verlichting vinden we de weg terug naar het hutje. Met slaapzakken gewapend tegen de kou leren we elkaar die avond zo veel mogelijk kaartspellen als we kennen; een goed begin van het wandelavontuur!

Het Zweedse meisje en ik slapen niet zo heel erg goed: een beetje geplaagd door het (on)gedierte dat we inmiddels gespot hebben, maar eveneens door een houten bordje dat bij het begin van het pad staat met daarop de volgende woorden: Marcel, hier eindigt jouw spoor, maar in onze gedachten ga je verder (2 juli 1998). Daar krijg ik toch een naar gevoel van. Hij is hier voor het laatst gezien en waarschijnlijk gevallen/ uitgegleden en vervolgens opgegeten door een slang of een van de andere beesten uit het woud. Goed opletten dus!

Om 6.00 is het licht en beginnen we aan de wandeling. Bewapend met een plattegrond, de raad om het pad niet te verlaten en vooral op te letten bij omgevallen bomen, gaan we de klim aan. Verder nemen we zo weinig mogelijk mee: water, koekjes, wat fruit en een multitool: fluitje, thermometer en kompas in 1 (ingegeven door een sinterklaassurprise van Syta van zo'n 10 jaar geleden;-). Na een half uur lopen vind ik het eigenlijk al best zwaar maar gelukkig is daar de 'Area de descansa': het eerste rustpunt. Ondanks dat het nog vrij fris is, kunnen de truien nu uit; we produceren zelf meer dan genoeg warmte. Na drie uur lopen zijn we bij het tweede en laatste hutje; de enige bewoner is een echt hele dikke grote spin. Het is maar goed dat we hier niet zijn gaan slapen. Waar in de eerste hut heuse matrassen aanwezig zijn, staat hier alleen een stapelbed met 'bedden' bestaande uit touwtjes die van links naar rechts zijn gespannen . . . We zitten nu op 2050 meter hoogte. De omgeving verandert; waar we zojuist nog allemaal kleine stroompjes moesten oversteken door over boomstammen en stenen te klauteren, gaan we hier gewoon recht naar boven de wolken in. Af en toe een stap naar boven om er vervolgens twee naar beneden te glijden. We begrijpen inmiddels de teksten uit het gastenboek van bezoekers die schreven meerdere keren verdwaald te zijn geweest. Zowel op de heen- als op de terugweg hebben we bij eenzelfde dikke boom erg veel moeite het vervolg van het pad te traceren. De boom (ongeveer 2 meter doorsnede en wel 50 meter lang) ligt dwars over het pad en het is hier zo stijl dat je er niet even overheen kunt klimmen. Met wat slimme-geitjes en geduld krijgen we het toch weer voor elkaar. We begrijpen inmiddels waarom we ons in het cloud-forest bevinden en ook de betekenis van het woord regenwoud wordt duidelijk. De verschillende lagen vegetatie zorgen ervoor dat vocht niet zo maar uit het woud kan ontsnappen. Boven tussen de boomtoppen vormen zich wolken van verdampt vocht en op gezette tijden regent het uit die wolken, zodat eigenlijk alles continu nat is. Op zo'n 2500 meter hebben we een schitterend uitzicht en geven we toe aan de verleiding terug te keren (met andere woorden we weerstaan de verleiding om nog een klein stukje verder te gaan omdat het daar misschien nog net wat mooier is; de verleiding waar we het laatste uur juist steeds aan toe hebben gegeven). Tijdens de afdaling voelen we dat we deze beslissing inderdaad niet later hadden moeten nemen. Uitgeput komen we om een uur of drie aan bij 'onze' hut. De inmiddels koud geworden lunch geeft ons weer wat kracht om de laatste 2,5 uur naar Gracias af te leggen . . . Daar aangekomen trakteren we onszelf op een warme douche en een langdurig bezoek aan het bed waar we met smart op gewacht hebben. De volgende dagen staan in het teken van spierpijn en kapotte voeten, maar wel met een voldaan gevoel van binnen.

aguas_termales

Bovenstaande foto: Bas in de Aguas Termales (muy calientes).
Vervolgens het vrouwtje dat ons maal aan het prepareren is en wij die ervan aan het smullen zijn. Tot slot twee plaatjes om jullie een indruk te geven van wat een cloudforest ongeveer is.

vrouwtje_keuken.jpg

eten_bij_vrouwtje

cloudforest1

cloudforest2

Gracias (Honduras): van 06-12-2001 tot 10-12-2001